Saaiheid en een land zonder prikkels, daar had ik me op verheugd. Lekker niks doen. Lekker voor mijn tent een boek lezen. Op een dorpspleintje mijmeren terwijl de dorpsbewoners om me heen in de weer waren. Geen te bedwingen bergtoppen of attracties die me lokken. Het liep natuurlijk anders.
Zeeland
Voor de tent vliegen de prikkels om je heen: de muggen in het moeras. In de auto dus Deense boeken lezen, gemiddeld een moord per 5 bladzijden. De Denen hebben geen gezellige pleintjes waar iets gebeurt. Ze hebben er wel een handje van om elk dingetje op te blazen tot een uniek natuur- cultuur- of historisch hoogtepunt. De Deense Alpen lokken!
Het landschap bestaat voor 99% uit graanakkers met af en toe een protestante kerk of een Viking-grafheuvel. Soms is er rogge in plaats van graan. Af en toe steekt een hert zijn oren uit boven het graan, is er een heel oude boom met een verhaal, een zwerfkei of een kasteel van een koning, meestal van een van de 19 Frederikken.
Het land glooit en is dus prima fietsbaar. Zo reden we naar Kopenhagen, waar Bart en Eva wonen. Vandaar zochten we de grens op, die van de Krijt en Tertiair. De meteoorinslag 55 miljoen jaar geleden bracht een vloedgolf teweeg van 2 km hoog die over de aarde heen stuiterde. Alle rommel die die golf meenam werd als een kleilaag in de zeeën afgezet. Die kleilaag, maar een paar cm dik, is nergens zo mooi te zien als bij Stevns Klint. Lekker wroeten in die bijzondere laag, die laag is nog radioactief ook met Iridium, ruimtestof uit die meteoor. Mons Klint iets verderop is voor later.
Jutland
Denemarken bestaat uit heel veel eilanden en een vasteland: Jutland, dat overigens ook veel eilanden bevat zo tussen de fjorden. Ook hier heel veel graanvelden met af en toe een Viking grafheuvel, of een hunebed, waar Vikings zich konden laten begraven of verbranden. De dood is in Denemarken nooit ver weg. Zelfs de 1000 jaar oude bomen werden gelinkt aan de Vikings.
Helemaal in het noorden, daar waar de Noordzee en Skagerak samenkomen, ligt het dorp Skagen (zeg maar gerust Skéén, die Denen slikken heel veel letters in, ze praten alsof ze kotsen). Daar wandelen de duinen, ze stuiven over de bossen heen die na 50 jaar weer opleven uit de dennenappels die uit het inmiddels voortgewandelde duin ontkiemen.
De Waddenzee houdt een keertje op, tot in Denemarken zijn er nog wel Waddeneilanden, maar op enig moment is er gewoon Noordzeestrand zonder Wadden. Met kliffen: op een paar plaatsen in het land komt de kalksteen aan de oppervlakte, helemaal in het oosten en helemaal in het westen. Op de enige klif in het westen nestelen de drieteenmeeuwen, dat is hier echt een natuurhoogtepunt. Ietsje verderop ligt het Slettestrand, het strand ligt er vol met schepen die met trekkers uit zee worden gesleept. In het dorp woonden veel scheepstimmerlieden en sletten dus, kennelijk.
Weer iets verderop ligt het eiland Fur, met stenen die aan het oppervlak zichtbaar zijn: getuigen van een rottende zee (moler-klei) en vulkaanuitbarstingen (voor mij niet te zien, maar het eiland Fur bezoek ik later nog wel eens).
De Funen
Het eiland Funen bevat wel een groot aantal prikkels van formaat: Odense, de stad van H.C. Andersen, die van de sprookjes, het graf van een Grote Viking, die zich in een schip liet begraven, met 41 dode paarden natuurlijk, leuk voor later. En dan natuurlijk de Deense Alpen, pfff, zo noemen ze aanmatigend een heuvel van iets meer dan 100 meter hoog, een zandbult uit de IJstijd, best een mooi landschap, daar niet van, vergelijkbaar het “de Hollandse Himalaya” of “Klein Zwitserland”. In Nyborg staat overigens het kasteel, bekend van Danehof, we zouden dat nu het Wereld Economisch Forum noemen, waar de elite het allemaal regelt. Nyborg moet ik nog eens doen. We kozen voor een ander kasteel nabij Faaborg, oude meuk met heel veel kussens en trappen.
Kortom: hoe je in een saai land toch heel moe kunt worden door de prikkels die ik zelf opzoek.
Schuldig landschap
Mijn ervaringen in Denemarken werk ik verder uit in de novelle “Schuldig Landschap”. Lees hoe twee landschappen, het ruisend graan in Jutland rond het dorpje Birgittelyst en de rotsige zuidoostkust van Spanje rond het dorpje Palomares ingrijpend door mensenhand in tijd veranderen. Moordend landschap en landschap voor dode mensen.
Hebzucht, godsdienst (Ásatrú), milieucriminaliteit, wel- en moordlust komen samen in de persoon van Harald Bagger, directeur van een grondreinigingsbedrijf en bedenker van een innovatieve wijze van grondreiniging, tevens echtgenoot van dé Jeanette. Over het Grote Deense Vertrouwen en hoe je daar mee om kan gaan.
Lees je alvast maar even in en luister naar Porque te vas?