Oostenrijk en Italië (juni)

Oostenrijk en Italië (juni) 

De Dolomieten lonkten, maar in regen in de bergen hadden we geen zin. En Wenen hadden we ook nog op een lijstje staan, vanwege de Spaanse Rijschool, Hundertwasser, de Jugendstill en de protserigheid van Josef en Sissi. Met de gloednieuwe vouwwagen erop af! Geheel betaald door de somme geld die we toucheerden van de finale kwijting over klachten over het in vernieling brengen van onze hypotheek. De bewuste beloning die ik kreeg van mijn burgemeester voor het tellen van de stemmen bij de provinciale staten én waterschappen zouden we besteden aan een diner buiten de deur.

Laag-Oostenrijk

Nieder Östenreich, landschappelijk het saaiste deel van Oostenrijk, langs de Donau, veel landbouw, alleen de klaprozenvelden zijn fijn, niet voor de cocaïne maar voor de maanzaad. In Tulln kampeerden we, de stad van de door Spaanse Griep niet oud geworden Egon Schiele. Het plaatselijke Schiele-museum had maar liefst 2 werken van hem tentoongesteld, en er waren heel lange films met herinneringen en beschouwingen over zijn werk en korte leven. Tip: ga er niet heen, maar bezoek de Belvedere in Wenen, daar hangt zijn werk wel, vermits niet uitgeleend aan andere musea. Langs de Donau een beeld van hem, naast een immens Wageneriaans beeld van de woestvechtende Nibelingen-dwergen en de Lord of the Rings Wotan.

Op naar Wenen dus. Per trein en metro en boven de grond een prots en praal waar rechts zijn vingers bij af zou likken, zou Rutje zeggen. We bezochten het Belvedere-paleiscomplex met een doorsnede van Oostenrijkse kunst, meest mij onbekende schilders en Gustav Klimmt en zijn Secession-beweging (onze Judith was uitgeleend aan Berlijn, maar de Kus was mooi). In het hartje van het museumkwartier, vlak naast de Spaanse Rijschool, de Bibliotheek, oude boeken omsingeld door beelden en fresco’s en plafondschilderingen met een tentoonstelling over landschapstuinen door de eeuwen heen. Handig, want Wenen heeft nogal wat paleistuinen.

Je moet keuzes maken in Wenen, alleen al met museumbezoek kan je de dagen vullen. We kozen voor een Hundertwassergebouw, sociale woningbouw dit keer, dringend aan restauratie toe. Een mooi tegenwicht naast de rococotierlantijen, deze architect had zijn eigen vorm van opvallen. Maar met al die kleurtjes kan zelfs een energiecentrale een glimlach op je gezicht toveren.

Heuringen zijn wijnverkooppunten tussen de wijnvelden. Binnen de gemeentegrens van Wenen. De wijnboeren mogen bij gratie van de fiscus wijn van dit jaar aan particulieren verkopen. Dus staan midden in een Natura-2000 gebied Bisamberg grotwinkeltjes te wachten op september, want dan vindt het grote bacchanaal hier plaats. Net als in zuid-Spanje / Baskenland ontvang je bij het bestellen van wijn een gerecht(je). Zo kan je geheel starnakel nog een maaltijd bijeen sprokkelen. En daarna de onverlichte bochtige weg naar huis. Oostenrijkers zijn niet heel sociaal-communicatief. Naar verluid worden ze pas spraakzaam na een fles wijn, en dan komt eerst alle ellende van alle oorlogen naar boven voordat het gezellig wordt. Maar daarvoor moet ik dus tot september wachten.

De staat van instandhouding van de N2000-gebieden is matig, zo vertelde de dienstdoende ökoloog, met telescoop, kijker en vogelgids, die we in het veld ontmoetten. De natuur tussen de wijngaarden bestaat uit leuke grondeekhoorntjes (stsjiep tsjirp) die als stokstaartjes de alarmstand doen (ik reed er op terugweg eentje plat met mijn bolide). De Russische beer hebben we over het hoofd gezien.

Vlak bij Wenen, in een ander land, ligt de nog wat communistische stad Bratislava. Wat is dat een fijne stad, zeker na het hijgerige Wenen. Op zoek naar brutalistische bouw, het sovjetisme en ondrussen koffie met taart in Konditorei Kormuth (geheimtip). De bewuste beloning van Haarlem was hiermee wel op.

De Karawanken

 

Omdat het weer in de Dolomieten nog niet je dat was, lassen we een tussenstop in in Karinthië, op camping Turkenwiese, verder geen Turk te zien, in tegendeel. 15 jaar geleden ook al gekampeerd met Abel, en het is een fijne camping, verder niet zo veel om het lijf. Uit bed meteen het meertje in rollen.

De Karawanken, een ietwat vergeten Alpiene tektonische eenheid, is een bergketen tussen Oostenrijk en Slovenië. Nog net wat plakken sneeuw in de noordelijke flanken. Te ver in relatie tot inspanning (lopen) en dreigend onweer. De reis was het pad zelf: allerhande bijzondere plantjes en bloemen.

Op de grens (bij de Loibl-pas) bevindt zich concentratiekamp Mauthausen, nog net in Oostenrijk. De gevangenen werden door de nazi’s aan het werk gezet om graniet te hakken (ik zie de Daltons voor me). Het was een nogal wreed kamp waar asocialen, homoseksuelen, Spaanse republikeinen, Jehova’s getuigen en een paar Joden flink werden gemarteld, verkracht en verbrand. Ook werden vaccins getest en andere medische experimenten uitgevoerd. Ook veel Nederlanders werden daar vermoord. Bekende beulen waren onder anderen ‘das blonde Fräulein’ en ‘Hans de doder’. De gevangenen hebben ook de tunnel gehakt die nu de poort naar Slowakije is. Pfff.

De Dolomieten

Op dus naar de Dolomieten. Onze vouwwagen werd uitgeklapt in Cortina de Ampezzo, volop in de schijnwerpers vanwege de Olympische Spelen (nu Audi, zie foto), de obsolete springschans uit 1954 is echt geweldig en totaal verrot, er wordt volop gebouwd voor 2026. De camping biedt plaats aan oude knarren, veelal bejaarde mannen die bijna het hele jaar in hun caravan met dennenhouten aanbouw wonen. Ze zoeken elkaar op, drinken hun wijntje en vormen zo een Blue Zone. Het duurde even voor we contact hebben met Giovanni, de prosecco-wijnboer en plantenfluisteraar uit Belluno, Lorenzo, de gondelier uit Venezia en Leogracia, vroeger gewilde dame van plezier uit Cortina (sterker: een begrip tijdens de Spelen). De gesprekken gaan met handen en voeten, het gaat er niet om hoe je taal is, het gaat er om dat je met elkaar praat, was het motto.

Met kabelbaantjes hijsen we ons naar de hoge bergen en beginnen dan met wandelen, komen de filmset tegen van Cliffhanger (Sylvester Stallone, 1993), komen niet bij het Werelderfgoed de Drie Zinnen (de 700 parkeerplaatsen op de pas zijn om 9 uur al volledig bezet, daarna rest van de dag een vergeefse file), bezoeken wel de Vijf Torens (lange rondwandeling vanaf de Graus-pas).

Bij dreigend slechtweer (code geel hoor, zelfs dat niet, daar waagt de Italiaanse KNMI zich niet aan uit angst voor terechte claims) wijken we uit naar Treviso, vlak bij Venetië. De stad heeft kanalen, maar de bruggen, die zijn zo laag dat je daar zwemmend al nauwelijks door heen kunt. Ze spreken daar Trevisiaans, weer net even anders dan het buurtdialect Belluno’s. Beide dialecten waren als Kleine Prins vastgelegd, maar al jaren uitverkocht (oplage is doorgaans 200 exemplaren). Door mijn zoektocht naar dit kinderboek kom ik met de boekhandelaren te spreken, en met de klanten, zoals de -Belgisch sprekende- Letizia, die vol vuur vertelde over haar stad. Sorry, het is niet zo levendig hier nu, we moeten ook werken he, maar vanaf 7 uur komt iedereen de stad in om het weekend te vieren, op de pleinen wat samen te drinken en te kletsen. Wacht nog even en het wordt echt heel gezellig!

Op het Piazzo San Vito aten we een heerlijke antipasta in Osteria Canevon, een beetgare pasta met een kledderigheid en smaak waar iedereen, dus niet alleen rechts, zijn vingers bij aflikt. Ultieme test of een restaurant goed is: bestel spaghetti vongele en lik al dan niet je vingers af. En dat allemaal betaald door de burgemeester van Haarlem!

Zuid-Tirol

Na een weekje ben je wel klaar in Cortina, heb je elke skilift wel op en neer bewogen en is die ene skischans ook wel bedwongen. Op naar Zuid Tirol dan maar. Het dal dat van Bolzano via Meran(o) naar Oostenrijk loopt, nogal appelig, het dorp Tel in het midden, pruimerig, nogal bierig (veel brouwerijen), sterk marmerig (steenhouwerijen) en een verzopen kerk aan het eind.

Marmor, Stein und Eisen bricht,

aber unsere Liebe nicht,

alles, alles geht vorbei,

doch wir sind uns treu.

Dit gebied is dus géén Italië, stond er fel op de huizen gekalkt. Jammer. Het is zeker bergachtig, maar dan een beetje Duitsig. De mensen groeten je wel, in de bergen althans, roepen dan: Gruss Gott op een toon van Sieg Heil ! De berg heet de Texel Groep, een allochtoon tektonisch dekblad dat van ver op de Alpen geschoven is. Aan gene zijde het Otz-dal, waar (linkshandig en zwaar getatoeëerde) vluchteling Ötzi de ijsman, via een pushback in het ijs was gedumpt, tot hij door klimaatverandering na 5.000 jaar weer uit het ijs tevoorschijn kwam. De onderste steen weer boven, net als bij MH17 zoals Rutje belooft (=KL4103)!

De prettige stad Meran(o) brengt ons terug naar Sissi, die dit gebied als vakantieadres beschouwde, we liepen de schreden van haar na, tot in de hoge tuinen van kasteel Trauttmansdorff.  Daar trad net godbetert James Bay op, die volgende week op Paleis Soestdijk optreedt (voor minder dan een paleistuin komt de zanger niet neuzelen). Ik had mijn bewuste beloning van Haarlem al 4 keer uitgegeven, dus ik liet James lopen in de tuinen, we liepen hem, tussen de soundchecks door, een aantal keren tegen het lijf, hij had zijn handen al ruimschoots vol aan een knappe plaatselijke schone.

Veel gelezen deze vakantie: van de nieuwste boeken van Gebied 19, Esther Gerritsen, de dochter van Poetin, Camino, het kauwgom van Nina Simone, de biografie van Gerrit Kouwenaar, en zo nog wat, zoals Sex mit em Ex (zie foto). De collectie Petit Prince is weer uitgebreid met Zuid-Tirools, Weens, Italiaans moderne versie en Mokums. Het schrijven aan De Bananenrepubliek: de novelle, schiet niet zo op. Wel is van (o.a.) mijn hand verschenen: Bodem in de Omgevingswet.