Frankrijk, juni 2025

Drie weken lang kamperen, de Hollandse hectiek en de warmte vermijdend.

Causses

Middle of nowhere is nooit verkeerd, er is niet zo veel te beleven, daarom is de queeste om de pareltjes te vinden. Uitvalsbasis is een camping met louter Nederlandse pensionado’s die het al jarenlang goed met elkaar getroffen hebben. De tent staat aan het randje met uitzicht op weilanden waar zo nu en dan een reetje huppelt en ik in een hangmatje kan lezen. Kalksteenplateau (een causse) zover je kijken kan, begrensd door de rivieren Lot en Aveyron. Achtergrondgeluid is een voortdurend mitrailleurgeratel, soms een bommetje of zo. Het Franse leger oefent zich suf. Het frontgeluid went maar matig, dus regelmatig op pad, op zoek naar pareltjes.

Diep onder de grond was de Cro-magnon-mens al wezen schilderen (bizons, paarden, snoeken en mensenhanden). In die grot ook niet-reguliere druipsteenvormen, naast de mieten en stalagtieten ook schijfvormige en knikkervormige calcietafzettingen. De gids Gilles was er supertrots op, daar kon Drenthe met zijn hunebedden niet tegenop, zei ie in gebrekkig Drenths, want hij kwam daar regelmatig. De gids wist veel over oude mensen en gebruiken te vertellen.

De mens had zijn sporen hier wel nagelaten, middeleeuwse dorpen, uitgeholde weggetjes langs de rivier, muurtjes die je weg flankeerde zover je liep (naar Santiago de Compostella? Geen probleem!), met stenen voorraadschuurtjes (bories) en waterputten. En een sulfaatmijn, goede bemesting voor het graan, meer gewassen heb ik daar niet gezien.

Alpen

Een goed werkend hitteplan is migratie. Als het te warm wordt onder je voeten (vul in of het over oorlog gaat, voedsel, klimaatverandering), zoek je een betere plek op. De bergen zijn perfect: prima decor om in te wandelen als je van stenen, planten en vogels houdt en het scheelt tientallen graden, zeker als je het randje opzoekt: de sneeuwgrens of soms net daarboven. Oefen dan wel even de elevator pitch: in een kabelbaan zit je soms een half uur te bungelen met onbekenden. Zoals Dolors de biologielerares uit de Pyreneeën. Ik hou daar wel van, in taal naar keuze beetje kletsen, en dat ontsnappen niet mogelijk is.

Op de camping weer veel Nederlandse pensioengangers, de hele tijd geen arbeider of kind gezien. Ook op deze camping stonden we op een vooruitgeschoven post, met ruim zicht naar de Alpen de ene kant op, en de Vercors (met een naaldvormige top) de andere kant op, en daar beneden een stuwmeer, uit mijn geboortejaar. Beetje zwemmen is een heerlijke warmteremmer.

Andere gouden tip tegen hitte: een museum bezoeken. Het Musée de Grenoble geeft een aardige doorkijk van de kunstgeschiedenis. Het perspectief was verfrissend, iets andere schilders dan je gewend bent uit het Rij ks, en in elke zaal was moderne kunst van ene Guillaume Bresson opgehangen, tussen de oude meesters. Gaf leuke reflecties.

De (jonge) boeren zijn ook in Frankrijk boos. Niet vanwege de stikstofbeperkingen, maar gewoon omdat ze te weinig subsidie krijgen en de concurrentie met boeren buiten de EU niet eerlijk vinden. Elk gemeentenaambord bij in- en uitgang van een dorp was op z’n kop gezet. Heel netjes dus er was geen sprake van vernieling. Veel burgemeesters zijn het wel eens met de boeren en keren zelf ook nog borden om. Gelukkig hebben de gemeenten ook nog een lokale naam (ze spreken hier Patois). Dat bord staat nog rechtop. Het heeft hier trouwens niet zo zin om de vlag om te draaien.